De zomer is, terwijl ik dit schrijf, al goed begonnen. Het heeft even geduurd, maar met temperaturen rond de 30 graden is het toch echt waar. De hoogste tijd om de eerste helft van het jaar eens te overdenken.
Na 2015, waar ik qua visserij niet met bijzonder warme gevoelens aan terugdenk, kan ik over het eerste deel van 2016 niet klagen. Niet alles is rooskleurig verlopen. Het is zeker geen tijd geweest waar alles lukte, maar ik heb over het algemeen prima gevangen en mijn Nederlands PB scherper gezet met een vis die al geruime tijd boven aan mijn lijstje stond.
Het jaar begon met een nieuwe uitdaging op een plas waar ik eigenlijk niet van wist. Geen idee waaruit het bestand bestond of het een druk bevist water was, maar dat is het leuke van nieuwe dingen. Zelf op onderzoek uitgaan en steeds meer te weten komen. De eerste weken was ik vrij veel aan het water te vinden. Langs de oevers van de waterkant speurde ik het wateroppervlakte af op zoek naar een teken van aanwezigheid van karpers. Ook met de peilhengel probeerde ik enige aanknopingspunten te vinden. Al snel maakte ik enkele korte sessies om te proberen een vis te vangen, maar het water geeft zijn geheimen niet zomaar prijs. De zonnige middagen hadden de voorkeur en dan verschillende stekken afvissen met opvallende aasjes.
Verblijvend aan de waterkant kom je ook andere vissers tegen en krijg je zo nu en dan ook extra informatie. Het betreffende water zou erg mooie vissen herbergen, maar het zouden er niet veel zijn. De drukte zou rap toenemen naarmate het voorjaar vorderde. Ook de eerste vier nachten van het jaar werden aan het water besteed, en inderdaad, de drukte nam toe, zelfs zo erg dat ik een keer onverrichte zaken weer weg kon omdat alle stekken bezet waren. Mondjesmaat werd er gevangen tijdens deze periode, maar helaas niet door mij. Het mocht voor mij allemaal niet baten, geen enkele actie kreeg ik tijdens de eerste honderd visuren van het jaar. Dat het moeilijk zou worden had ik al begrepen, maar ik wilde nu wel een vis vangen. Tijd voor wat anders, het jaar is nog lang genoeg en ik kan altijd nog terugkeren.
De eerste vissen van het jaar kon ik op de pen vangen, niet tijdens een gezamenlijke pensessie met Thomas en Simon, waar ik om een of andere reden kansloos faalde. Op 29 april kon ik twee schubjes landen in een woonwijk op bekend terrein. Altijd fijn om van die ‘hatelijke’ nul af te zijn.
De kop is er in ieder geval af dit jaar.
De volgende trip was er een waar ik me al lang op verheugde. Samen met Simon een week lang bivakkeren aan het Lac de Villedon. Een alom bekend betaalwater waar genoeg vis zwemt, vangen is uiteraard een ander verhaal. Het hele verslag is te lezen via
Lac De Villedon. We konden uiteindelijk allebei twee karpers vangen die week waar het allemaal niet vanzelf ging, maar door hard te werken konden we de week toch mooi afsluiten. Als bonus kon ik nog een mooie steur vangen, iets wat ik altijd al eens graag wilde doen. De karpers die ik ving wogen 19,2 kg en 20,2 kg. Dat zijn gewichten die ik niet vaak tegenkom in mijn logboek en hoewel gewicht niet alles zegt, vang ik toch graag grote dikke vette karpers.
Twee villedon bakken die in de laatste dagen van de week mijn sessie maakte.
Na de week Frankrijk was ik weer klaar om verder te vissen in Nederland. Het water van het vroege voorjaar, besluit ik, voor nu te laten voor wat het is. Ik heb besloten om dit jaar niet te veel op een plek (water) te blijven hangen, maar geregeld rond te kijken. Op deze manier hoop ik veel verschillende plekken te kunnen bevissen en zo voorkom ik situaties als verleden jaar waar ik mijn plezier in het vissen verloor door met tunnelvisie een of andere doel na te jagen. Plezier is het belangrijkste van mijn hobby en die beleef ik het meeste door (zo nu en dan) vis te vangen. Grootte of een hoge moeilijkheidsgraad is daarbij niet van belang. Niet dat ik geen doel meer wil hebben, maar het gaat om de manier waarop ik het doel bereik.
Het eerste wat ik besluit te doen, is toch weer te gaan vissen op het kanaal die het me verleden jaar zo moeilijk maakte. De eerste nacht instant op een bekende plek betekende een goede nachtrust. Daarna ben ik uitgeweken naar een stuk dat ik nog nooit bevist heb. Deze plek loopt tegen het einde van het kanaal en zou meer vis moeten “vasthouden”. Als ergens vis gelokaliseerd is, zou het minder moeilijk om deze ook te vangen dan wanneer je ergens zit waar geen vis zit. Klinkt allemaal vrij logisch, maar lokaliseren is niet altijd even eenvoudig. Een aantal voerbeurten later, waar ik de eerste gevoerde nacht blank, rijd ik op vrijdagavond naar mijn stek toe. Deze nacht moet een einde betekenen aan 10 blanks op rij op het water. Het vertrouwen is hoog, totdat ik mijn auto de laatste bocht in stuur. De stek is bezet, een andere visser zit precies op “mijn stek”. Dag vertrouwen, dag stek. Het heeft blijkbaar niet zo moeten zijn. Na even m’n opties overdenken besluit ik om een water in de buurt te bevissen. Ik vang die nacht instant twee schubkarpers, wat de zure smaak wat wegspoelt.
Een mooie schubkarper die mij vroeg in de ochtend wekte.
Het kanaal laat ik voor wat het is, daar heb ik geen zin in. Ik besluit verder te vissen op het water waar ik de twee vissen heb gevangen. Samen met Simon kiezen we een stek die we gaan bevoeren. Samen vissen zit er niet in qua werkschema’s, maar het samen onderhouden van een stek scheelt reistijd en voer. We besluiten om allebei drie nachten te vissen op de stek en dan te bepalen of we er goed zitten en dus doorgaan.
Het loopt er niet over, uiteindelijk weet ik in twee nachten, twee karpers te vangen tot 9,9 kg en ook Simon vangt twee vissen, alleen dan in drie nachten. Mijn derde nacht valt in het water door een viswedstrijd, maar dit blijkt achteraf een ware gift te zijn.
Mooie uitzetspiegels, ik hou ervan!
Een paar dagen voor de laatste visnacht op de stek, kom ik erachter dat er een wedstrijd wordt gehouden op het water. Vissen wordt ‘m dus niet voor mij. Ik besluit om een avondje te gaan vissen op een water in de stad waar een mooie schub zwemt die ik al ruim een jaar wil vangen. Deze vis heb ik alleen op foto gezien, maar ik ben gelijk verkocht. Geregeld heb ik het water bezocht het voorbij jaar, maar die ene blijft uit de buurt. De avond zelf is het prima weer. Alle omstandigheden zijn goed en ik heb er zin in. Vakkundig plaats ik mijn rigs op twee plekken die ik als goed acht, maar na een tweetal uur en wat beweging bij mijn main-spot besluit ik om de hengel iets te verleggen. Ik plaats deze nog scherper langs de kant, mijn gedachte is dat als er een vis voorbij komt, deze zeker mijn aasje zou moeten kunnen vinden.
Na twee uur een aanbeet. Ik pak de hengel snel op en de vis duikt gelijk naar een obstakel toe. Deze aanval weet ik af te slaan, waarna de vis het volgende obstakel op zoekt. Even is het buigen of barsten, maar ook dit weet ik in mijn voordeel te beslechten. Ik krijg de controle over de dril maar deze duurt toch nog zeker een half uur. Als de vis kantelt, zie ik die enorme beschubde flank en weet ik het zeker. Dit is d’r. Een enorme last van valt mijn schouders, alle moeite en tijd die ik de laatste 16 maanden in het vissen heb gestoken zijn het in een keer waard geworden. Diepe dalen, maar nu de hoge piek!
De kers op mijn karpertaart 🙂
De weken daarna staan een weekje Frankrijk, geen visweek, en een festival op het programma. Het vissen wordt even op een lager pitje gezet. Ik kan ook wel even teren op de vangst van mijn target. In Frankrijk vis ik nog wel een nacht, maar ik vang daar niks. De omgeving zelf maakt een hoop goed. Wanneer ik op een korte sessie in Nederland nog een mooie schubkarper vang, kan ik wel zeggen dat het eerste deel van het jaar, een goede was.
Met zo’n schitterende omgeving is vangen bijna van ondergesteld belang, bijna…
Mooie polderschub van een korte zomerse middagsessie.
Blijf up to date. Volg ons op facebook!