Alleen in Frankrijk
In het voorjaar ga ik graag naar Frankrijk. Meestal een lang weekend naar openbaar water. In het verleden heb ik kleine en middelgrote plassen bevist en ook eens het Somme kanaal. Meestal is het hard werken voor vis, maar het avontuur van het onbekende blijft toch trekken. Als ik dezelfde tijd in een water in de buurt steek vang ik ongetwijfeld meer, maar vissen gaat nu eenmaal niet alleen maar over vangen…
Het Hemelvaart weekend had ik al vroeg in het jaar in gedachten om te gaan. Waar en met wie had ik nog geen idee. Meestal komt dat wel goed. In de aanloop naar het weekend speur ik Google maps af naar een geschikte regio. Graag zou ik meerdere opties willen hebben, zodat ik actief kan vissen en ook gewoon verkassen als het op een water niets is.
Waar? Waar ik naartoe wil gaan is uiteindelijk vrij vlot gevonden. Een regio met flink wat meren, een kanaal en rivier de maas dicht op elkaar. Het idee is om een aantal van deze meren te bevissen, om ze zo wat te leren kennen. Als dat bevalt kunnen we later nog eens terugkomen. De tweede keer op een water gaat vaak iets makkelijker door de al opgedane kennis.
Met wie? Ik stel de vraag in de app maar uiteindelijk kan niemand mee. Even denk ik aan niet gaan maar dat is meestal geen optie bij me als het om vissen gaat. Ook mijn vriendin biedt aan om mee te gaan maar met de manier hoe ik wil gaan vissen zie ik dat voor haar niet echt zitten. Alleen dus.. ik vis 95 procent van mijn visserij alleen, waarom niet wat verder van huis.
Eindelijk is het eind mei, de auto wordt volgeladen en de wekker om half 4. Het is uiteindelijk kwart voor vijf als ik m’n gas in trap op naar het zuiden. Het is een kippeneindje rijden en rond kwart over acht kom ik bij de eerste twee wateren aan. Ik loop een rondje en zie al een aantal potentiële stekken. Ik zie geen karper, maar dat moet later dan maar. Ook zie ik geen enkele visser, toch wel opmerkelijk. Hierna rijd ik naar een hengelsportzaak voor de vergunning. Hij vertelt me dat hij veel drukte verwacht en dat er drie wateren zijn waar nacht gevist mag worden, die twee die ik bezocht had dus niet, vandaar de rust… Het was ook te mooi om waar te zijn.
De drie wateren zitten dan ook helemaal vol met Fransen, Nederlanders en Belgen. Uiteindelijk vind ik nog een vrij ruime stek bij een eiland en ook de wind staat mijn kant op. Wel moet ik nog een uurtje mijn beurt afwachten totdat het plekje vrij is. Hoe bedoel je druk! Overal om me heen zie ik vissers, verre van ideaal dus, maar het is niet anders. Ik besluit om in ieder geval een nacht te vissen hier. Van een local hoor ik dat het krioelt van de meerval. Karper zwemt er ook, hele grote vissen tot 28 kilo, maar meerval vangen zou te doen moeten zijn. Om het nog bemoedigender te maken vertelt hij dat al heel de week nog geen karper gevangen is. De hitte (het is dan 26 graden) en de enorme drukte zijn vaak geen recept voor het vangen van (veel) karper. Ik krijg de tip om het eiland te bevissen dus ik vaar twee hengels die kant op. Tijdens het inleggen van mijn tweede hengel zwemt er een meerval onder me door. Ik schat ‘m zeker groter dan een meter, misschien anderhalf. Bij deze hengel gooi ik wat pellets. Ik wil graag nog een keer een grote meerval pakken, dus dit is m’n kans. De andere twee hengels positioneer ik op 40 meter op het wijd en een langs eigen kant.
Vroeg in de avond krijg ik een soort van aanbeet, maar helaas geen contact. Ik stap terug de boot in en leg de lijn weer tegen het eiland aan. Daarna ga ik weer gaan liggen luieren op mn stretcher, moe van de lange dag en de hitte. Rond negen uur schrik ik wakker van een pieper. Dezelfde hengel gaat af. Mn slip staat vrij vast, de hengel schiet iets naar voren en ik pak hem vlug op.
Ik maak contact en de vis neemt gelijk een goede spurt langs het eiland. Ik probeer wat lijn binnen te halen maar de vis blijft trekken. Wat een kracht. Het lijkt erop dat de lijn ergens langs schuurt, een tak ofzo, en hoewel ik een uiterst schuurbestendige leader heb, word ik hier toch een beetje zenuwachtig van. Ik twijfel niet en spring in de boot. Dat is een lastig verhaal, drillen en varen tegelijk en ik drijf gelijk af door de wind. Met al m’n kracht pomp ik mezelf richting de vis. Meter voor meter kom ik dichterbij tot ik opeens wel heel erg dicht bij het eiland kom. De vis zwemt richting het eiland en ik word er nu ook naar toe getrokken, een aantal takken scheren langs me heen. Uiteindelijk krijg ik wat meer controle, de vis blijft wel goed vechten. Mijn hengel gaat goed krom en ik kan niets anders dan tegendruk geven. Gelukkig kan ik me met een hand vastgrijpen aan een tak en hou zo mijn balans in het uiterst wendbaar (lees: draaibare) opblaasbootje. Het moet er allemaal vrij komsich uitgezien hebben voor mijn omstanders, maar hoe dan ook zou ik de vis binnen halen.
De vis lijkt wat kracht af te nemen en ik weet al zeker dat dit geen karper is, zoveel kracht heb ik niet vaak meegemaakt. Misschien eenmaal eerder met een steur, verleden jaar op Villedon, maar een karper redt dit niet. Uiteindelijk zie ik een donker gestalte verticaal in het water hangen. De meerval is moe gestreden en het formaat van de kop valt me wat tegen. Ik dacht echt een monster aan de lijn te hebben maar heb voor de rest ook geen vergelijkingsmateriaal natuurlijk.
Ik schep de vis en roei terug naar de kant. Daar til ik de vis op de kant en zie dat het toch een prima vis is. Ik ben er erg blij mee, al is het geen karper, grote sterke vissen vangen is altijd leuk. Een aantal foto’s schiet ik met de zelfontspanner en de vis glijdt weer snel het water in. De vis woog 10kg, maar met 116cm toch nog flink. De rest van de nacht pak ik nog een brasem, geen karper helaas.
Rond half tien zit ik weer in de auto, heb geen zin om nog langer in de drukte te zitten met meer kans op meerval dan karper. Missie meerval is al geslaagd dus we gaan op karperjacht. Ik besluit twee stekken te gaan zoeken op het nabij gelegen canal des ardennes. Het begint in de buurt en loopt een km of 50 kronkelend zuidwaarts. Heb geen enkel idee van bestand, maar ik verwacht eigenlijk wel dat er in elk kanaal in Frankrijk karper zwemt. En zonder er te vissen of een goede tip van een ander kom je er ook niet achter.
Steeds een stuk rijden, lopen langs het kanaal op zoek naar tekens van karper. Meerdere mooie stukken vind ik, maar geen vis te zien. Het kanaal is erg troebel dus misschien ook niet zo heel gek dat ik geen vis spot maar vinden is vaak vangen dus ik blijf zoeken. Na vier uur, rijden, lopen lopen, rijden en lopen heb ik twee mooie plekken gevonden. Helaas geen vis gezien maar ik hoop op het beste. Een stek voer ik aan, een emmer gesoakte boilies en pellets. Deze stek ga ik morgen bevissen, de andere stek pak ik vandaag instant. Rond vier uur leg ik m’n hengels in en ga ik zitten op m’n stoel. Genoeg gedaan voor vandaag, ik pak een kronenburg!
De volgende ochtend word ik rond zeven uur wakker, wederom geen karper kunnen vangen. Helemaal niks trouwens. Ook een klein maïsstekje voor de kant met de pen leverde geen enkele actie.
Voor vandaag is het weer even denken wat ik ga doen. Het wordt weer erg warm dus het zou te doen moeten zijn om karper aan de oppervlakte te vangen. Moet ik ze wel eerst vinden uiteraard en dat is wel de grootste uitdaging. In de omgeving zijn wel enkele kleinere plassen maar of ze openbaar te bevissen zijn weet ik niet.
Ik zit nog geen vijf minuten in de auto als ik het eindpunt van mijn reis al bereik. Dat weet ik dan alleen nog niet. Een kom in verbinding met het kanaal pakt mijn aandacht. Ik zag een schim in het water. En nog een en nog een. Ongeveer twaalf karpers tel ik. Een hele dikke schub die de 15kg ruim passeert wordt direct een target. Ik voer wat korstjes verspreid over de kom van 50 bij 25 meter. Het is goed te overzien zo maar het brood krijgt weinig aandacht. De vissen hebben al paaitrekjes, maar ik laat me niet zomaar ontmoedigen. Met zo nu en dan een perfecte worp probeer ik de vissen te verleiden. De dikke schub maakt het niks uit, die is op andere dingen…
De hele dag blijf ik bij de kom hangen, een van de uitdagingen tot nu toe is het lokaliseren van vis geweest. Hier is vis genoeg, nu nog verleiden tot een aanbeet. De vis heeft alleen steeds minder aandacht voor mij en steeds meer voor elkaar. Tegen de avond klotst het flink langs de kanten en ik kan alle vissen goed bekijken. De dikke schub kan ik voor een paar minuten van heel dichtbij bekijken, helaas niet omdat ik ‘m ving, maar omdat ie onder het kantje lag te zonnen. Zo dichtbij maar toch zo ver weg, een beetje frustrerend is het wel maar daar is niks aan te doen.
Rond negen uur maak ik me klaar voor het laatste nachtje. Een hengel in de kom en twee op het kanaal, als er vis is die trek heeft moet het goed komen. Gedurende de nacht wel een aantal keer wat piepen, ongetwijfeld lijnzwemmers, de vis had wat anders aan het hoofd en ik zat erbij en keek ernaar. Wat ik wel wil roemen is mijn timing. Vrij vaak krijg ik het voor elkaar om naar Frankrijk af te reizen op het moment van de paai. Misschien de maand mei maar eens overslaan volgend jaar. Note to myself!
Rond acht uur de volgende ochtend is alles opgeruimd en rijd ik terug naar Nederland. Het was ondanks het uitblijven van vangsten toch een mooie trip. Heb lekker gevist en mooie omgevingen en dieren gezien. Rotsformaties, oneindige sterrenhemels, mistige zonsopkomsten, slangen en eekhoorns. Ook daarom ga ik naar Frankrijk.
Toch is alleen op pad naar het buitenland wel wat anders dan wat ik gewend ben van het alleen vissen. Elke beslissing moet je zelf maken en dat is wel eens lastig als het niet loopt. Zat ik vol op de vis dan kan ik me prima redden, maar heb nu toch wel een paar keer gehad dat ik even niet meer wist wat te doen. Dan is een vismaat om mee te brainstormen toch wel handig. Ook kreeg ik het voor elkaar om mijn sim-kaart te blokkeren door drie keer een verkeerde pin in te voeren, terwijl de telefoon in mijn broekzak zat. Dan merk je wel dat je dan opeens wel heel erg alleen bent en dat naar huis rijden zonder navigatie toch even zoeken is in het begin. Toen ik eenmaal Charleroi op de borden zag verschijnen wist ik dat het wel goed zou komen.