Short Story: De instagram spiegel
Ergens halverwege het voorjaar zie ik een foto van een bolle valkenswaarder voorbijkomen op instagram van een bekende uit de buurt. Op de vraag of hij me wil vertellen waar die vis zwemt, krijg ik een positief antwoord terug. Direct staat de vis op mijn targetlijstje.
Goed begin is het halve werk
De vis zwemt op een klein parkwater in de buurt. Een kom met twee uitlopers, waar op bepaalde plaatsen al wat wier staat. Het water leent zich niet voor nachtvissen, dus ik ga het proberen met dagsessies. Allereerst ga ik het water in kaart brengen met m’n Deeper en een simpel werploodje. Zo krijg ik een eerste indruk van de diepte, bodemstructuur en wiergroei. Met het loodje ga ik daarna op beoogde stekken wat preciezer voelen hoe de bodem is.
Ik heb twee mooie kale plekken gevonden waar ik wil gaan vissen. Deze plekken clip ik om ze daarna met m’n distance sticks uit te meten. Met deze methode weet ik elke keer precies op de dezelfde (en juiste) plek te werpen. Deze manier van voorbereiden is standaard in mijn visserij en heeft me al een hoop mooie resultaten opgeleverd.
De eerste sessies op het water vis ik met de pen. Aan het begin van de sessie maak ik enkele plekjes met mais, hennep en wat kleine pellets. De geclipte stekken laat ik nog even met rust, maar ik houd ze wel in de gaten. Tijdens het pennen weet ik een karper, wat zeelt en brasem te vangen, maar het brengt me niet genoeg. Ook zie ik steeds vis draaien op het midden van het water. Te ver voor met de pen. Het is tijd om te schakelen naar een statische visserij.
Van pen naar piepers
Ik start met drie dagen voeren. Ik besluit om alleen de kom aan te voeren, omdat ik daar de meeste vis verwacht. Tijdens het pennen ben ik steeds de sloten langs gelopen, maar heb daar niet veel vis gespot. Ik voer een mix van 15 en 20 mm boilies en alleen op het midden van het water, waar ik steeds de vissen zie draaien.
De vierde dag kom ik net na het eten aan op m’n stek. Ik steek de steunen in de grond en werp mijn beide aasjes op de geclipte stekken. Een hengel vis ik met chod en de andere hengel met een ronnie rigje. Op beide stekken werp ik nog een paar boilies bij en het wachten beginnen.
Na een half uurtje krijg ik een oploper op m’n ronnie hengel. Ik pak de hengel op en maak contact, maar direct daarna valt de lijn slap. Dat is zonde. Snel controleer ik de haakpunt en werp de hengel weer in op dezelfde plek. De rest van de avond blijft het stil. Als ik wegga voer ik nog wat bolletjes voor morgen.
De volgende avond hetzelfde recept. Aankomen na het eten. De hengels clippen, inwerpen en wat bijvoeren. Om zeven uur krijg ik weer aanbeet op de ronnie en deze keer heb ik meer geluk. Een mooie gouden schub van tien kilo is het haasje. Tijdens het drillen merk ik dat het wier flink aan het groeien is. De vis duikt tot tweemaal toe in het wier, maar gelukkig geeft dit geen problemen. De rest van de sessie heb ik nog wat actie van brasem, maar karper blijft verder afwezig. Ook nu voer ik weer wat bij en dat zal ik ook de komende week om de dag doen.
Alles loopt op rolletjes
Het volgende weekend breekt aan en ook nu kan ik twee relatief korte avondsessies maken. In totaal vijf uurtjes vissen weet ik twee vissen op de chod te vangen. Mijn tactiek brengt me wat ik ervan verwacht en het lijkt een kwestie van tijd voor ik mijn target op de mat kan trekken.
Steeds weet ik een of meer vissen te vangen tijdens een sessie en net voordat mei eindigt weet ik ook die ene te vangen. De eerste actie komt steeds binnen een uur, meestal zelfs binnen een half uur. Toch wel een teken dat de vis ligt te wachten op het voer. Zo ook op die zonnige avond.
De hoofdprijs
Net na het inwerpen van mijn ronnie’tje kreeg ik een aantal piepen die doorlopen in de fluiter. Snel pak ik de hengel op en houd deze horizontaal om de vis naar het wateroppervlakte te dwingen. Ik zie al snel een flank van een wat grote spiegel en ik vermoed dat dit ‘m wel eens kan zijn. Ook deze vis geeft zich niet zomaar gewonnen en duikt een paar keer het wier in. Door rustig te blijven en goede spanning op de lijn te houden komt de vis over het algemeen weer vrij. Na een minuut of tien raakt de vis zijn krachten kwijt en steek in mijn net eronder. Die is binnen.
Snel een kijkje in het net en ik zie waar ik op hoopte. Het is mijn target! Een prachtige oude valkenswaarder, die helaas wel al gepaaid heeft, maar dat mag de pret niet drukken. Snel zet ik mijn statief klaar en schiet enkele plaatjes. Deze vis moet ergens eind jaren negentig zijn uitgezet, dus het gaat al om een oudje. Extra voorzichtig behandel ik haar om er zeker van te zijn dat ze niets overhoudt aan de vangst. Na een korte fotosessie zet ik haar weer terug in het water. Met een ferme slag zwemt ze ervandoor….
Na het vangen van de vis is mijn drive op dit water wel weer weg. Ik heb zeker nog niet alles gevangen, maar voor wat ik van het bestand heb gehoord en heb gezien, is het zo goed geweest. Ik vis nog een keer een sessie en die loopt uit op een blank. Dat is de eerste na een serie van zeven waar ik steeds karper wist te vangen. Het is mooi geweest. Nog een laatste keer ruim ik m’n spullen op en rijd ik iets daarna voor de laatste keer de straat uit.